© WWF-Guianas

ACHTERGROND

Klimaatkansen voor Suriname WWF-Guianas hield 27 januari 2022 de Online Discussie ‘Klimaatkansen voor Suriname’. Een zeer diverse en internationaal publiek van 414 mensen volgde hoe de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu, prominenten uit het bedrijfsleven, NGO’s en een jongerenvertegenwoordiger hun visie gaven hoe Suriname zich
kan profi teren van de afspraken die zijn gemaakt op de klimaattop COP26 die in
november 2021 in Glasgow is gehouden.

De bijeenkomst is bedoeld om een maatschappelijke discussie te stimuleren over het ontwikkelen van een groene, duurzame economie in Suriname. Ons land staat namelijk op een historische kruispunt: Enerzijds groeit Suriname de komende jaren uit tot een
wereldspeler op het gebied van off shore olie- en gaswinning, terwijl op land de
natuur onder toenemende druk staat door onder meer illegale en ongereguleerde
goudwinning. Anderzijds liggen er voor Suriname enorme kansen voor klimaatfinanciering, dankzij het uitgestrekte regenwoud. Ons land staat nog altijd te boek als meest beboste land ter wereld met 93 procent bosbedekking.

 

© Fabian Vas/WWF-Guianas

De belangrijkste uitkomsten

  1. Suriname moet zijn unieke groene imago behouden en tegelijk een duurzame economie ontwikkelen.Daarvoor moet Suriname zijn bossen kunnen gebruiken voor het verhandelen van carbon credits aan industrielanden, de zogenoemde klimaatfinanciering. En er dient een een Sovereign Wealth Fund te worden opgezet dat wordt gevuld met de olie- en gasinkomsten.Staatsolie heeft al toegezegd ongeveer 27% van de olie- en gasinkomsten in het fonds te zullen storten.
     
  2. In samenwerking met de overheid, moeten bedrijven optimaal gebruik maken van de financiële mogelijkheden en zich meer richten op milieuvriendelijke investeringen en technologische ontwikkelingen voor het bereiken van de klimaatdoelstellingen. Nu is het tijd om te beginnen met duurzaam ondernemen en inhoud te geven aan de doelstellingen van COP26. De Duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties dienen hierbij als leidraad.
     
  3. Er moet een betere balans komen tussen duurzaam gebruik en het
    behoud van het bos enerzijds en ontwikkeling anderzijds
    . De inheemse en tribale gemeenschap speelt hierin een belangrijke rol. De overheid en particuliere Sector 

Download het leaflet over Klimaatkansen voor Suriname

Kijk hier de online discussie terug


 

Antwoorden van de sprekers

Tijdens de Online Discussie kon niet op alle vragen aan de sprekers worden ingegaan. Daarvoor ontbrak de tijd. Dat was jammer, want de vragen waren erg interessant. Om deze vragen toch te beantwoorden is de sprekers gevragd om de vragen schriftelijk te beantwoordenk. U vindt hun reactie hieronder. Een deel van de vragen en antwoorden is het Engels, omdat enkele Engelssprekenden de Online Discussie bijwoonden.

© Fabien Vas/WWF-Guianas

Bryan Renten, Voorzitter Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB)

 


Stijn Ketele: 
Kunt u ingaan op de samenwerking tussen de VSB, de overheid en de andere sectoren om de SDG's voor Suriname te implementeren? 


Bryan Renten: 
"SDG Suriname is een onafhankelijk instituut die zal worden opgericht door bedrijven die een voortrekkersrol willen vervullen in het stimuleren van de SDG’s in Suriname. De VSB is een partner in deze. We hebben de overheid voorgesteld om een counterpart instituut in het leven te roepen bestaande uit vertegenwoordigers van relevante Ministeries direct ressorterend onder de President. Deze twee instituten zouden dan in een publiek-privaat partnerschap samen moeten werken aan het helpen realiseren van de SDG doelstellingen voor Suriname.


 

​Ivan Fernald: 
In de transitie naar milieuvriendelijke investeringen zijn er kansen en bedreigingen.Wat zijn concrete opportunities voor de private sector


Bryan Renten: 
In deze fase zou ik mij nog niet willen wagen aan het opnoemen van concrete kansen. Maar Suriname heeft een abundancy of land, water en zonlicht en industrieën die op een milieuvriendelijke manier gebruik kunnen maken van deze drie componenten. Ook liggen er kansen op het gebied van internationale financiering voor groene investeringen. Afvalverwerking, herbossing, eco-friendly energie opwekking zijn allemaal interessante projecten waarvoor financiering en technische assistentie beschikbaar is via multilaterale (financiële) instellingen.

Rudy Sadi: 
Is er bereidheid om Surinamers te werven die in het buitenland hun sporen hebben verdiend op renewables? 


Bryan Renten:
"Ja die is er en er is nu al contact met SDG Nederland, het Diaspora instituut en andere personen uit de diaspora" 
 

Annand Jagesar, CEO Staatsolie


Wouter Veening:
Waar denkt Suriname afzetmarkten te vinden voor zijn off-shore olie in een wereld die onomkeerbaar afscheid aan het nemen is van fossiele brandstoffen? 

Annand Jagesar:
Ik denk dat we het principe moeten begrijpen dat olie een rol zal blijven spelen tot het einde van deze eeuw. Weliswaar een afnemende rol. Alle olie weg betekent een totale sociale ontwrichting. In dit proces zullen de meest concurrerende barrels een rol van betekenis spelen. De fysieke parameters van de olie en de inrichting van de productie zullen barrels met een hele lage GHG-uitstoot produceren in vergelijking tot de bestaande productie, die ook nog natuurlijk afneemt. Ten tweede zullen de lage kosten van deze productie ook de ruimte geven om b.v. carbon credits te dragen. 

Dimitri Tjon Sie Fat:
Is er een carbon budget voor de toekomst (bv 2050) berekend, rekening houdend met de extra CO2 uitstoot van de offshore-industrie? 

Annand Jagesar:
Wij zijn in het proces dit uit te rekenen. Ze zijn natuurlijk wel sterk afhankelijk van de scenarios. Gaan wij 1 miljoen barrel olie produceren of 200K. Dat is een groot verschil. Aangezien er nog wordt gezocht naar olie (exploratie) is dit nog niet bepaald. Zijn de huidige targets van o.a. 35% groene energie in de energiesector dan voldoende om ons doel om carbon negatief te blijven te bereiken? 
Afhankelijk van het bovenstaande scenario zal het antwoord kunnen zijn ja en nee. De CO2 die bij de productie (winning en behandeling) van bijv. 1 miljoen barrels per dag vrijkomt, zal Suriname niet doen omslaan van Carbon Negatief naar Carbon Positief. Wordt echter de CO2 uitstoot van het gebruik (verbranding) van deze 1 miljoen barrels meegenomen, dan zal Suriname waarschijnlijk wel carbon positief worden. Meegenomen dient te worden dat deze barrels geheel buiten Suriname zullen worden gebruikt.

Ranjinie Ganpat:
Wat geeft staatsolie terug aan de natuur in Suriname?


Annand Jagesar:
Wij hebben in het verleden al bijgedragen aan projecten en zullen dit in de toekomst in toenemende mate doen. Wij zullen heel transparant zijn over onze uitstoot en onze net zero target en daar zullen wij deze projecten ook in beeld brengen. Ook zijn wij partner van WWF, SCF en CIS. Binnen deze partnerschappen ondersteunen wij projecten en initiatieven die te maken hebben met het milieu en zorgdragen voor bewustwording.

Ravic Nijbroek:
Wat zijn de "synergies" tussen onze olie en gas voorraden en ons 93% forest cover? 

Annand Jagesar:
Olie- en gasproductie en -consumptie veroorzaakt GHG-uitstoot en ons oerwoud zorgt voor GHG-sink. Het is onze intentie daarom om significant aan het behoud van het oerwoud bij te dragen.

Ghassan Dagher:
Would the idea of unifying efforts for environmental issues between Guyana and Suriname be something of interest? 

Annand Jagesar:
Absolutely, we are both small scale, so teaming up will help in being more efficient.

Henna Coulor:
Wie zal het beheer hebben over het fonds waarin olie- en gasinkomsten komen voor een groene economie en natuurbehoud. 

Annand Jagesar:
Een onafhankelijk team (bestuur) dat wordt bij wet vastgelegd.

Lilia Swedo:
Is Suriname met name Staatsolie opgewassen tegen een eventuele olieramp, zoals in Peru? is er een plan of wetgeving hiervoor? 

Annand Jagesar:
Voorkomen is natuurlijk wat we graag willen. Dat betekent dat we in het design van zaken heel streng zijn en deze laten voldoen aan internationale standaarden. Als je naar de olierampen kijkt, is er altijd sprake van shortcuts die men heeft genomen. Voorts kunnen Staatsolie en Suriname altijd een beroep doen op internationale organisaties voor het bestrijden van oliemorsen. Staatsolie is lid van Oil Spill Response Limited, de grootste internationale organisatie voor het voor het tegengaan en bestrijden van oliemorsen. 
Staatsolie voert voor aanvang van al zijn projecten/activiteiten een ESIA uit en stelt een managementplan op om de risico’s te beheersen. Dit is ook opgenomen in de contracten die wij sluiten met de IOC’s, waarna Staatsolie en het NIMOS de controle op compliance checken. Ook doen wij regelmatig calamiteitenoefeningen om onze mate van voorbereiding te verbeteren.

Ivan Fernald:
In de transitie naar milieuvriendelijke investeringen zijn er kansen en bedreigingen. Ik ben benieuwd naar concrete opportunities voor de private sector. 

Annand Jagesar:
Sommige duurzame vormen zoals zonne-energie zijn beter toegankelijk voor bredere investeringen, dus goed voor de private sector (zelfs MKB). Andere vormen zoals hydrogen en carbon capture zijn vooralsnog een grote bedrijven spel vanwege de hoge kosten en de technische kosten. Behoud van carbon capture door behoud van natuur is mogelijk ook een goede opportunity voor de private sector. Ik weet niet als ik de vraag juist heb geïnterpreteerd.

Henry Tjoe Ny:
Wat vindt u van het feit dat bepaalde landen in de Caribbean zich laten betalen door Westerse landen om niet tot oliewinning over te gaan? 

Annand Jagesar:
Ik weet niet waar u specifiek op doelt. Er wordt thans ongeveer 100 miljoen barrels olie verbruikt per dag. De natuurlijke terugval in productie is ongeveer 10%. Dus als er niet wordt geïnvesteerd is de productie in het jaar daarop 90 miljoen barrels en zo voortgaand. Dat betekent dat op een gegeven moment een enorm tekort aan energie is, dat zal leiden tot sociale onrust. De natuurlijke terugval in olieproductie kan absoluut onmogelijk door duurzame bronnen worden opgevangen op korte termijn.

David Singh, directeur WWF-Guianas



Jenny Fitz Jim-Ramutarsing:
Has WWF undertaken a study what impact the developments of the O&G will have on marine wildlife (Sur & Guy) and if not, how crucial is a impact study before extractive activities commence?

 
WWF has not conducted an impact / risk assessment with respect to marine wildlife. This requires highly specialized expertise and understanding of risks. A proper risk / impact study should be a necessary pre-condition before any activity (i.e. also before extraction, such as exploration and installation) commences.
WWF-Guianas is currently formulating its overall strategy to in support of the response to the growing offshore oil and gas sector. The impacts on marine ecosystems from oil and gas is not limited to the developments off the coast of Suriname and Guyana. The substantial interests off the shores of Brazil may also have an impact on our ecosystems.

The most recognised impacts from offshore oil and gas are from oil spills, the risk of which is dependent on several factors some of which are ocean depth, technology, strength of and compliance with operational safety practices, and number of wells. But the impact of oil and gas development on marine ecosystems also includes other factors, depending also on the stage of development of the industry, be it exploration, operation or closure.
Because impacts can be so substantial, WWF advocates for rigorous Environmental and Social Impact Assessments (ESIAs) for exploration as well as the operation of offshore oil and gas facilities. These ESIAs must be conducted in a manner that builds confidence in civil society that the Government and the Industry have taken the required steps to protect the interest of the public.
We also advocate for the strategic assessment of the industry especially within the context of how the industry will relate with the rest of the economy of the country, ensuring that the industry optimally responds to its environmental and climate change–related challenges, what impact the industry will have on the resilience of the country, and ensure that the industry has a net positive impact on the inclusive green development of the country.
WWF-Guianas intends to release information on the experiences from around the world on the environmental impacts of offshore oil and gas over time so as to improve public knowledge of the industry, enabling better citizen involvement in this new and transformative industry in the Guianas.

Silvano Tjong-Ahin, Minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu



De antwoorden op de vragen aan Minister Silvano Tjong-Ahin van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) worden binnenkort hier gepubliceerd.